De klimaatschuldboekhouding als wapen tegen de klimaatopwarming

Scope 3 uitstoot is het ontbrekende puzzelstuk in de race naar een lagere koolstofafdruk over de gehele leveranciers- en distributieketen

Kristof Stouthuysen

Door Kristof Stouthuysen

Professor of Management Accounting & Digital Finance

29 april 2022
desktop-hero-insights-carbon-footprint

Het April 2022 IPCC ‘Mitigation of climate change report’ is duidelijk: als we de opwarming van de aarde willen beperken tot 1,5° C dan hebben we een grondig en onmiddellijk actieplan nodig dat onze CO2-uitstoot reduceert. Vandaag worden ook ondernemingen onder druk gezet door investeerders, belangengroepen, politici en bedrijfsleiders zelf om hun CO2-uitstoot te verminderen. Meer en meer ondernemingen moeten ook rapporteren over hun CO2-uitstoot en duurzaamheidsactiviteiten. Zo hebben recentelijk de Europese Commissie, de ISSB (International Sustainable Standards Board) en de SEC (Securities Exchange Commission) hun voorstellen inzake klimaat- en duurzaamheidsrapportering verder aangescherpt. Terwijl vandaag voornamelijk beursgenoteerde ondernemingen rapporteren over hun koolstofafdruk, zullen dat in de toekomst ook de besloten ondernemingen zijn. Het CO2 protocol dat ondernemingen hierbij volgen (ook bij de nieuwe standaarden) is echter ontoereikend en laat manipulatie toe (greenwashing).

Dat C02 protocol vraagt ondernemingen te rapporteren over hun scope 1, 2 en 3 uitstoot. Scope 1 heeft betrekking op de directe CO2-uitstoot, veroorzaakt door eigen bronnen binnen de organisatie. Scope 2 omvat de indirecte uitstoot van CO2 door de opwekking van zelf gekochte en verbruikte elektriciteit of warmte. Het is echter bij de scope 3 dat het schoentje wringt.

Bij scope 3 rapporteren ondernemingen over de indirecte uitstoot van CO2, veroorzaakt door bedrijfsactiviteiten van een andere organisatie in de waardeketen. Die uitstootbronnen zijn niet in het bezit van de eigen organisatie die er ook geen directe invloed op kan uitoefenen. Bijvoorbeeld de uitstoot veroorzaakt door de productie of winning van ingekochte grondstoffen of materialen, en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer. Ook de indirecte uitstoot als gevolg van zakelijk verkeer met privévoertuigen en/of vliegtuigen, financiële investeringen, franchise- en leasing contracten, het gebruik van de verkochte producten hoort bij scope 3.

Terwijl scope 1 en 2 vrij eenvoudig te bepalen zijn, zal het accuraat meten en in kaart brengen van scope 3 uitstoot een huzarenstuk worden en mogelijks aanleiding geven tot fraude of manipulatie. Daarenboven wordt er verwacht dat iedere onderneming in de waardeketen scope 3 rapporteert, wat niet alleen inefficiënt is, maar ook voor dubbeltellen zal zorgen. Zolang niet verplicht, zullen vele ondernemingen scope 3 dan ook niet rapporteren. En dat is spijtig, want scope 3 is net het ontbrekende puzzelstuk in de race naar een lagere koolstofafdruk over de gehele leveranciers- en distributieketen. Een gebrek aan scope 3 rapportering zorgt er ook voor dat ondernemingen in industrieën zoals ijzer en staal of de chemische en petrochemische industrie als zwaar vervuilend worden bestempeld, terwijl klanten en consumenten van deze sterk vervuilende componenten hun verantwoordelijkheid ontlopen.

Het goede nieuws is dat er een oplossing bestaat voor dit rapporteringsprobleem. In een recent artikel verwijst Robert Kaplan, de bekende Harvard Business School professor, naar de introductie van een E-liability systeem of anders gezegd, een klimaatschuldrekening.  Hoe werkt het?

video still - what is e-liability

Wat is E-liability?

Het E-liability accountingsysteem biedt diverse voordelen. Niet alleen vermijd je het dubbeltellen van koolstofuitstoot over de waardeketen, maar het reduceert ook de mogelijkheid tot manipulatie. In deze ‘What is’ video legt professor Kristof Stouthuysen het concept E-liability uit.

Het idee is gebaseerd op hoe accountants de toegevoegde waarde van een onderneming berekenen. Bij een bierproducent bijvoorbeeld ga je niet inschatten wat de betaalde prijzen zijn van alle ondernemingen in de waardeketen, maar kijk je naar de waarde die ze zelf toevoegt tijdens de productie van bier. Met andere woorden, de bruto toegevoegde waarde kunnen we berekenen door de omzet te verminderen met de inkoopwaarde van de grondstoffen. Hetzelfde idee is van toepassing bij de klimaatschuldrekening.

Stel bijvoorbeeld dat de bierproducent zijn graan voor bier in Frankrijk bestelt. Om graan te produceren en op te slaan, stoot het Franse landbouwbedrijf CO2 uit. Dat is voornamelijk scope 1 uitstoot. Deze totale uitstoot wordt geregistreerd op een klimaatschuldrekening, zie het als een “boekhoudkundige” schuld van het landbouwbedrijf aan de planeet.

Wanneer een transportbedrijf dan in opdracht van de bierproducent het graan komt ophalen, zal dit transportbedrijf de klimaatschuld (proportioneel in verhouding tot het aantal bestelde kilo graan) overnemen in zijn klimaatschuldboekhouding. Deze uitstaande schuld zal dan verder toenemen met de CO2-uitstoot per gereden kilometer. Eenmaal aangekomen bij de bierproducent neemt deze de gecumuleerde klimaatschuld van het transportbedrijf over in zijn boekhouding en telt hier vervolgens de uitstoot van zijn eigen productie- en transportactiviteiten bij. Uiteindelijk gaat dit proces door tot aan de eindklant die inzage krijgt in de koolstofafdruk van de hele waardeketen.

Voordelen van een klimaatschuldboekhouding?

Met dit nieuwe systeem vermijd je het dubbeltellen van koolstofuitstoot over de waardeketen. Het reduceert ook de mogelijkheid tot manipulatie. Zo kan een onderneming zijn scope 1 niet meer kunstmatig beperken door productieactiviteiten uit te besteden. Bovendien kan een onderneming niet meer profiteren van het onderschatten van zijn klimaatuitstoot wanneer zij iets verkoopt, omdat haar eigen klimaatschuldrekening dan immers geleidelijk aan oploopt. En ook omgekeerd, wanneer de onderneming de getransfereerde CO2-uitstoot naar zijn klanten zou overschatten, gaat de klant hoogstwaarschijnlijk op zoek gaan naar minder vervuilende leveranciers.

Ondernemingen kunnen verder positieve acties ondernemen om hun netto uitstaande klimaatschuld te verminderen, bijvoorbeeld door het aanwenden van herbruikbare energie en een afvalbeleid. De netto balans van deze klimaatschuldrekening kan je ook (wettelijk) controleren op eenzelfde manier als de traditionele boekhoudposten. De overheid kan zelfs kijken naar het belasten van deze post. Om dit accounting en auditproces vlot te laten verlopen, zal blockchain technologie een belangrijke rol spelen. Deze technologie laat toe om op een betrouwbare manier scope 1 uitstoot te registreren in elk deel van de waardeketen zodat de opeenvolgende klimaatschuldoverdrachten ontegensprekelijk gelijk zullen zijn aan de totale scope 1 uitstoot over de gehele waardeketen.

En nog breder dan CO2-uitstoot, zou je de klimaatschuldboekhouding evenzeer kunnen toepassen op andere klimaatvervuilende activiteiten. Zo zou een maatschappelijke schuldrekening de sociale schuld die ontstaat wanneer bedrijven zich wagen aan onveilige werkomstandigheden, kinderarbeid of witwaspraktijken, in kaart kunnen brengen. Niets houdt ondernemingen dan ook tegen om vandaag alvast te starten met deze klimaatschuldboekhouding. Ik ben er zeker van dat niet alleen klanten en investeerders dit zullen waarderen, maar ook onze planeet.

WomanLeaders-6003-hero-desktop-w2880

Meer leren over de kracht van digitale transformatie? Word lid.

Het Centre for Financial Leadership & Digital Transformation doet actiegericht onderzoek naar de financiële functie van morgen en fungeert tevens als een kennisplatform. Financiële leiders met de ambitie om een concurrerende en effectieve financiële afdeling of boekhoudkantoor te ontwikkelen, die technologie omarmen en die op de hoogte willen blijven van de meest recente technologische ontwikkelingen met invloed op de financiële functie, kunnen profiteren van ons unieke kennisplatform en onderzoek.

Neem contact op!

Kristof Stouthuysen

Kristof Stouthuysen

Professor of Management Accounting & Digital Finance