Mensen delen te veel persoonsgegevens als ze denken dat datacollectie toch niet te vermijden valt

Martin Butler

Door Martin Butler

Professor of Management Practice

23 april 2025

Mensen die geloven dat hun persoonsgegevens sowieso gebruikt worden – wat ze ook doen om dat te voorkomen – zijn geneigd om online meer informatie te delen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Vlerick Business School.

web-insights-personal-data-sharing-martin-butler

De zogenaamde privacyparadox – waarbij gebruikers weten hoe ze hun gegevens moeten beschermen, maar dat in de praktijk niet doen – trekt al geruime tijd de aandacht van onderzoekers. Een eerdere studie stelde bijvoorbeeld dat luiheid een belangrijke trigger was voor het gedrag in kwestie.

Martin Butler – professor Management Practice in Digital Transformation aan Vlerick Business School – en zijn collega’s van de University of Galway – professor Eoin Whelan en professor Michael Lang – wilden die bewering echter weerleggen en vertrokken van een andere hypothese. Ze gingen na of mensen handelen vanuit de opvatting ‘maakt het uit wat ik doe?’.

Hun onderzoek toont aan dat een externe locus of control in veel sterkere mate dan luiheid bepaalt hoeveel persoonsgegevens iemand deelt.

De term ‘externe locus of control’ verwijst naar de overtuiging dat resultaten voornamelijk toe te schrijven zijn aan externe factoren, en niet zozeer het gevolg zijn van eigen handelingen en beslissingen.

De meeste respondenten (83,7%) gingen ervan uit dat hun gegevens gebruikt en misbruikt zouden worden op sociale media – wat ze ook proberen om dat te verhinderen. Argwaan met betrekking tot privacymaatregelen en wantrouwen in de motieven van grote techbedrijven waren de voornaamste redenen daarvoor.

Normaliter zou je verwachten dat mensen door die privacybezorgdheden net minder gegevens delen online. Uit enquêtes in het kader van het onderzoek kwam echter het volgende naar voren: gebruikers van sociale media die denken dat ze geen invloed hebben op wat er met hun gegevens gebeurt, hebben de neiging om onvoorzichtig om te springen met de gegevens die ze prijsgeven en met hun privacyinstellingen. Ze vinden het zinloos om hun privacy te beschermen.

Slechts 48 procent van de deelnemers aan de enquête meende invloed te kunnen uitoefenen op de mate waarin persoonsgegevens doorgegeven worden en door socialemediaplatformen en derden worden gebruikt”, aldus Butler.

Respondenten met de instelling ‘wat ik ook doe, het heeft geen nut’ en ‘ze gebruiken mijn gegevens uiteindelijk toch’, deelden meer persoonsgegevens. Dat benadrukt de behoefte aan extra tools op sociale media om mensen controle te geven over de gegevens die ze prijsgeven, en de transparantie online te vergroten.”

Ook de vroegere stelling dat luiheid een belangrijke rol speelt in de privacyparadox, werd in zekere mate bevestigd door deze studie. Ruim een derde (35,7%) van de respondenten gaf immers toe onvoldoende tijd en moeite te investeren in de bescherming van persoonsgegevens op sociale media.

De professoren pasten verschillende onderzoeksmethoden toe. Eerst creëerden ze een model waarbij ze veronderstelden dat luiheid en een externe locus of control een impact kunnen hebben op bezorgdheden rond privacy. Daarna testten ze dat aan de hand van een kwantitatieve enquête bij 463 Facebook-gebruikers. De resultaten werden gepubliceerd in het tijdschrift Internet Research

Neem contact op!

Martin Butler

Martin Butler

Professor of Management Practice