Start-ups die fors investeren in R&D groeien sneller en halen vaker extern kapitaal op

Dat blijkt uit de negende editie van de Rising Star Monitor, een jaarlijkse studie van het Vlerick Scale-Up Centre in samenwerking met Deloitte Belgium. De studie van 2024 onderzoekt hoe en waarin jonge veelbelovende start-ups hun beperkte middelen investeren en biedt een inzicht in de uitgaven- en personeelsstrategieën die aan de basis liggen van groei en innovatie in de eerste jaren van een bedrijf. De studie werd uitgevoerd door professor Veroniek Collewaert en onderzoekster Andrea Albuja en is gebaseerd op een bevraging bij 125 bedrijven en 193 oprichters.

Hoge groeiambities ondanks economisch klimaat

In lijn met vorige edities van de Rising Star Monitor heeft 36% van de jonge bedrijven met groeipotentieel ook daadwerkelijk de ambitie om snel te willen groeien. Opvallend dit jaar is wel dat die groeiambities nog nooit zo hoog waren: de meest ambitieuze bedrijven geven aan binnen dit en vijf jaar te willen groeien met 43 medewerkers en 14 miljoen euro in sales.

Hoe zetten jonge bedrijven hun middelen in om groei te stimuleren?

Professor Veroniek Collewaert legt uit hoe jonge scale-ups een andere strategie hanteren om hun middelen te investeren in vergelijking met bedrijven die minder snel willen groeien.

Focus op R&D in de eerste jaren is motor voor snelle bedrijfsgroei

Hoe de beperkte middelen van bij de start van de onderneming ingezet worden, is bepalend voor het verdere groeitraject van de start-up. Snelgroeiende bedrijven investeren reeds van bij de oprichting 23% van hun personeelsmiddelen in R&D, terwijl minder snelgroeiende bedrijven vooral prioriteit geven aan sales (26%). Bovendien is die strategische focus een constante: tot 3 jaar na oprichting blijven veelbelovende snelle groeiers 21% investeren in R&D, terwijl trage groeiers de focus op sales houden (23%). 

Wanneer jonge beloftevolle bedrijven meer middelen investeren in R&D vergroten ze bovendien hun kans om externe financiering aan te trekken. 31% van wie vooral inzet op R&D haalt externe investeerders aan boord versus slechts 18% voor de bedrijven die dat minder doen.

“Externe investeerders hechten veel belang aan een duidelijke focus op R&D en innovatie wanneer ze overwegen om kapitaal te injecteren in een start-up,” zegt Veroniek Collewaert, professor Ondernemerschap aan Vlerick Business School. “Als gevolg van die externe financiering kan het bedrijf in kwestie binnen die eerste drie jaar ook sneller operationele mijlpalen bereiken zoals productdefinitie, productontwikkeling en het creëren van een betaversie.”

“De aanhoudende focus op R&D bij jonge snelgroeiende bedrijven toont duidelijk aan dat ze innovatie strategisch en op lange termijn bekijken. Zelfs wanneer dat ten koste gaat van financiële mijlpalen op korte termijn,” vult Sam Sluismans, Programme Leader Deloitte’s Technology Fast 50, aan. “De ontwikkeling van producten en de lancering van een eerst product op de markt duren vaak langer. Dat verkleint de kans op een positieve cashflow of winst in de eerste drie jaar.”

Opvallende patronen in de totale uitgaven

• Gemiddeld spenderen jonge start-ups 215.000 euro in het jaar van oprichting en dat stijgt tot 500.000 euro wanneer ze drie jaar bestaan.
• Drie jaar na oprichting investeren ze 100% van hun inkomsten uit sales terug in de functionele werking van het bedrijf. Van die salesinkomsten gaat de helft naar 3 domeinen: R&D (22%), productie (16%) en sales (12%).
• Bedrijven die externe financiering ophaalden, geven aanzienlijk meer uit: gemiddeld investeren ze 200% van de salesinkomsten terug in het bedrijf (versus 62% van de salesinkomsten bij bedrijven zonder extern geld). Bovendien investeren ze dat geld veel vaker in R&D (64%).
• Er zijn ook sectorverschillen: terwijl biotechbedrijven 31% uitgeven aan R&D spenderen ICT-bedrijven 20% in domeinen die rechtstreeks in contact staan met de klant, en slechts 15% gaat naar R&D.

Samenstelling team van oprichters beïnvloedt groeibeslissingen

• Wanneer het team van oprichters vooral bestaat uit mensen met een diploma in wetenschappen, wordt er meer geïnvesteerd in R&D (18% vs. 4%).
• Oprichters die ouder zijn, een opleiding in bedrijfskunde volgden of die reeds ervaring hebben als ondernemer focussen hun middelen meer op sales.
• Hoe groter het oprichtersteam, hoe breder de middelen gelijktijdig ingezet worden over diverse bedrijfsdomeinen. Samen beschikken ze vaak over meer middelen en ook een bredere waaier aan vaardigheden en kennis.

Verloning team van oprichters

• Veel oprichters ontvangen bij de start geen vergoeding en de meest voorkomende verloningsvorm is een basissalaris. Slechts 57% van de oprichters in snelgroeiende bedrijven keert zichzelf een vorm van salaris uit. Drie jaar na oprichting stijgt dat naar 76%. Ook de hoogte van dat bedrag neemt toe in de loop van de tijd.
• Oprichters behouden het merendeel van de equity. Snelgroeiende bedrijven staan over de jaren heen echter wel meer equity af aan externe aandeelhouders.